Wanneer er wijzigingen zijn in uw contactgegevens en/of uw praktijkgegevens dient u dat zo spoedig mogelijk door te geven aan de certificerende instelling (Kiwa VERIN) middels het mutatieformulier.
Op basis van de Verordening “registratie en verantwoording antibioticumgebruik rundersector van het PVV d.d. 30 juni 2011” vallen bedrijven die vijf of meer dan vijf runderen houden onder de regeling, dit kunnen melk- en rundveebedrijven met vleesvee zijn. Vleeskalveren (blank en rosé) vallen onder een andere Verordening.
Spoedgevallen zijn een uitzondering en kunnen gedaan worden door de niet-geborgde dierenarts. De naam van de dierenarts(en) die spoedeisende hulp verlenen dient in de overeenkomst te staan.
Het is het eenvoudigste om dit te laten doen door de 1-op-1 dierenarts, maar het mag ook de spoeddierenarts zijn. De 1-op-1 dierenarts blijft altijd eindverantwoordelijk. De beoordeling van de dierenarts gaat uiteindelijk over bedrijven waarmee de 1-op-1 overeenkomst is afgesloten.
Ja, het gaat dan bijvoorbeeld om handelingen door veeverloskundigen of medewerkers van KI organisaties die drachtigheidsdiagnostiek met een scanapparaat uitvoeren. Dit zijn handelingen die niet voorbehouden zijn aan de dierenarts. De veehouder heeft de plicht om de dierenarts waarmee de overeenkomst is aangegaan volledig te informeren en inzage te geven in de adviezen en handelingen door derden. Veterinaire handelingen die zijn voorbehouden aan de dierenarts, mogen niet door derden worden uitgevoerd. Uitgezonderd is het voorschrijven van URA-middelen door (niet geborgde) dierenartsen buiten de 1-op-1 overeenkomst.
U dient de betreffende veehouder de gevraagde spoedhulp te bieden. Volgens de Wet Dieren is de dierenarts namelijk tuchtrechtelijk aansprakelijk als hij een hulpvraag negeert. Wel adviseren wij u de veehouder op zijn professionele verantwoordelijkheid te wijzen en aan te geven dat hij de dierenartsen die genoemd worden op de overeenkomst als eerste dient te benaderen met een hulpvraag. De veehouder is verplicht zijn 1-op-1 dierenarts te informeren over diergeneeskundige hulp die hij van anderen dan in de overeenkomst opgenomen dierenartsen heeft gehad.
Nee, de veehouder heeft met het aangaan van een overeenkomst met een geborgde rundveedierenarts vastgelegd dat hij handelt volgens het bedrijfsspecifieke gezondheidsplan (BGP) en bedrijfsbehandelplan (BBP) en hierover contact onderhoudt met zijn geborgde rundveedierenarts. In principe is de dierenarts die normaliter de diensten verleent én de overeenkomst met de veehouder tekent degene die diergeneesmiddelen op het bedrijf voorschrijft en aflevert (dit afleveren kan ook door een vergunninghouder of apotheker gedaan worden). Het voorschrijven van URA-middelen mag ook door (niet geborgde) dierenartsen die niet op de 1-op-1 overeenkomst staan. Daarnaast kan de 1-op-1 dierenarts zich incidenteel laten vervangen. De vervangende dierenartsen staan aangemerkt in de overeenkomst. Tevens dienen de veehouders schriftelijk ((nieuws)e-mail/op de factuur/op de website of anderzijds) op de hoogte te worden gesteld wie de vervanger van de dierenarts is. Indien de veehouder veterinaire hulp van derden inroept wordt verwacht dat hij/zij de 1-op-1 dierenarts volledig informeert over veterinaire adviezen en behandelingen.
Het tarief voor inschrijving in het register Geborgde Rundveedierenarts bedraagt voor 2022
€ 175,-. Tarieven voor de inschrijving, audit en beoordeling door Kiwa VERIN worden na aanmelding toegestuurd. Kiwa VERIN publiceert de tarieven tevens op haar website. Bekijk hier de website.
Als een klant van praktijk verandert of binnen een praktijk met een andere dierenarts een 1-op-1 relatie krijgt of als er een nieuwe collega bijkomt, dient u de volgende zaken te regelen: klik hier voor het document met meer informatie.
In het document wordt uitleg gegeven omtrent vervanging. Het betreffende vervangingsdocument staat opgenomen onder "Bilaterale overeenkomst" in het menu.
Kan ik nieuwe 1-op-1 overeenkomsten digitaal vastleggen in InfoRund en hoef ik ze dan niet meer in te scannen en te uploaden?
Kan ik reeds bestaande, papieren 1-op-1 overeenkomsten digitaal vastleggen in InfoRund?
Kan ik een wijziging doorvoeren in een reeds ingescande en geüploade 1-op-1 overeenkomst?
Klik hier voor de antwoorden op bovenstaande vragen.
U ontvangt informatie van de certificerende instelling met zaken die u voorafgaand aan een audit klaar kunt leggen. Tijdens een audit worden de normvoorschriften uit het beoordelingsprotocol getoetst. Het beoordelingsprotocol is in feite het handvat.
Er zijn twee mogelijkheden.
1. Als het een digitale overeenkomst is kan de dierenarts de vervangende dierenarts toevoegen in InfoRund bij vervangende dierenartsen. Dit wordt dan aangepast op de digitale overeenkomsten.
2. Als er sprake is van een gescande 1-op-1 overeenkomst dient de dierenarts in ieder geval op de praktijk een overzicht bij te houden met wie de actuele vervangende dierenartsen zijn. De overeenkomst hoeft niet gewijzigd te worden. De veehouders moeten bijvoorbeeld door middel van een nieuwsbrief of mailing geïnformeerd worden over de wijziging van de vervangende dierenartsen.
De inhoud van de cursussen zijn opgenomen in het curriculum. Studenten die na 1-9-2011 afstuderen voldoen daarmee aan de ingangscriteria. Studenten die vòòr die datum zijn afgestudeerd moeten de basiscursus volgen, indien deze niet is gevolgd. De faculteit organiseert deze cursus met enige regelmaat.
In opdracht van de rundveehouder stelt de dierenarts waarmee de overeenkomst is gesloten, samen met de rundveehouder, het gezondheidsplan op. Het plan wordt door beiden ondertekend.
De dierenarts waarmee de rundveehouder de overeenkomst heeft gesloten. Het plan is gebaseerd op het meest recente formularium dat is te vinden op http://wvab.knmvd.nl/wvab.
Van de veehouder wordt verwacht dat hij zijn 1-op-1 dierenarts de opdracht geeft om jaarlijks zijn bedrijfsgezondheidsplan en bedrijfsbehandelplan te evalueren.
De waarden worden vastgesteld door de Stichting Diergeneesmiddelenautoriteit en zijn te vinden op de website van de SDa. Bekijk hier de website.
De beoordeling wordt volgens een vaste procedure en op basis van deze criteria gedaan door een commissie die bestaat uit deskundige medewerkers van de sectie Herkauwergezondheidszorg. De beoordelingen van de procesbegeleiders worden door twee commissieleden bekeken. Indien die er niet uit komen geeft het oordeel van een derde deskundige de doorslag.
Ja, dat kan. Het beoordeling van de procesbegeleider is een advies. De faculteit Diergeneeskunde doet de uiteindelijke beoordeling. Kiwa VERIN communiceert de eindbeoordeling naar de dierenarts. Mocht van het advies van de procesbegeleider worden afgeweken dan wordt dit in de brief van Kiwa VERIN gemotiveerd.
Een onvoldoende beoordeling leidt tot een major. Deze dient te worden hersteld door een voldoende beoordeling van 3 BGP’s. Dit zijn, naar keuze van de dierenarts, hetzij 3 ‘oude’ BGP’s van bedrijven door Kiwa VERIN geselecteerd, hetzij 3 nieuwe BGP’s (opgesteld na het IOD BGP) geselecteerd door de dierenarts zelf.
Deze 3 BGP’s dienen door de dierenarts te zijn aangereikt aan de faculteit (BGP-Borging@uu.nl) binnen 3 maanden na formele kennisgeving van de onvoldoende beoordeling van het IOD BGP.
De procesbegeleiders zijn getraind om een groepsproces te leiden en hebben geoefend met het beoordelen van BGP's. De groep die het IOD houdt, doet de beoordeling van de BGP's met zijn allen. De kern van het intercollegiaal overleg is: van elkaar leren. Het is dus niet zo dat de procesbegeleider de wijsheid in pacht heeft. Met elkaar kom je tot een oordeel, maar de procesbegeleider geeft uiteindelijk de doorslag voor het beoordelingsadvies.
Het UBN wordt door Kiwa VERIN geselecteerd. Hierbij wordt gekeken naar de 1-op-1 relaties die u heeft geregistreerd in InfoRund. Uit uw 1-op-1 relaties worden willekeurig de UBN's gekozen waarvan u het BGP kunt inzenden. Om er voor te zorgen dat tijdens de bijeenkomst niet alleen maar BGP’s besproken worden van kleine bedrijven kan bij de selectie van het UBN eventueel rekening gehouden worden met de aanwezige dieraantallen en het bedrijfstype (melkvee of rundvee).
Dit is geen probleem. De UBN's die geselecteerd worden zijn altijd een geregistreerde 1-op-1 relatie in InfoRund. Voor de bedrijven waarmee u een 1-op-1 relatie heeft geregistreerd bent u als dierenarts verantwoordelijk. Mocht het BGP door een andere vervangende dierenarts opgesteld zijn dan wordt verondersteld dat u daarmee akkoord bent gegaan en op de hoogte bent van de inhoud.
Er is een formele mogelijkheid om bezwaar te maken tegen het geselecteerde BGP. Dat het BGP is opgesteld door een vervangende dierenarts is geen geldige reden voor bezwaar. U bent als 1-op-1 dierenarts immers ook inhoudelijk verantwoordelijk voor deze BGP’s. Als u om een andere dwingende reden bezwaar wilt maken dan kunt u dat bij Kiwa VERIN kenbaar maken. Kiwa VERIN zal dan in overleg met SGD/CvB per geval beslissen of er een ander UBN geselecteerd moet worden.
Als u het niet eens bent met de eindbeoordeling kunt u hierover contact opnemen met de certificerende instantie Kiwa VERIN. Zij kunnen u in verbinding stellen met de beoordelingscommissie op de faculteit Diergeneeskunde. Zij zullen de beoordeling dan inhoudelijk met u bespreken. In opdracht van de SGD voert de faculteit Diergeneeskunde de eindbeoordeling uit. Hier vindt u de criteria voor de beoordeling van het BGP en de procedure van de faculteit Diergeneeskunde. Voor gevallen waarin dierenartsen het oneens blijven met de eindbeoordeling bestaat er een geschillenregeling voor geborgde rundveedierenartsen via Kiwa VERIN.
Kiwa VERIN voert geen beoordeling uit op het BGP, dat doet de faculteit Diergeneeskunde (fD). Kiwa VERIN zal als certificerende instantie wel de uitslag van de beoordeling communiceren aan de dierenarts en toezien op de opvolging van het normvoorschrift wanneer niet voldaan is.
De nieuwe UDD-regelgeving bepaalt als de veehouder een ‘structureel laag antibioticagebruik’ heeft, hij geen jaarlijkse reductiedoelstelling hoeft op te nemen in het BGP. Het antibioticumgebruik voor Melkveehouders is te vinden in de Gids voor Goede Praktijken.
Het advies is om een addendum te maken, dit rondsturen aan de veehouders en hen vragen dit te ondertekenen en bij hun administratie te bewaren.
De spoeddierenarts schrijft alleen de medicijnen voor die op dat moment noodzakelijk zijn. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de 1-op-1 dierenarts.
De databank Medirund. Dierenartsen kunnen hun medicijnvoorschriften in deze databanken registreren via VetCIS of via hun eigen praktijkmanagementsysteem.
Alle voorschriftplichtige diergeneesmiddelen moeten in de databank worden vastgelegd. De regeling Geborgde Rundveedierenarts sluit hiermee aan op andere, bestaande kwaliteitssystemen in de rundveesector.
Klik hier voor het advies van het CvB Rund met betrekking tot het registeren van alle diergeneesmiddelen.
Het is het eenvoudigste om dit te laten doen door de 1-op-1 dierenarts, maar het mag ook de spoeddierenarts zijn. De 1-op-1 dierenarts blijft altijd eindverantwoordelijk. De beoordeling van de dierenarts gaat uiteindelijk over bedrijven waar de 1-op-1 overeenkomst is afgesloten.
Het formularium is te vinden op de website van de Werkgroep Veterinair Antibioticum Beleid. Bekijk hier de website.
Doel hiervan is om de kwaliteit van uitvoering van het Periodieke Bedrijfsbezoek (PBB) te borgen. Dat is nodig omdat de zuivelsector via het PBB en hun kwaliteitssystemen invulling geeft aan het criterium 'melk leveren van gezonde dieren', dat is vastgelegd in de Europese verordeningen. Dit is weer van belang vanwege onder andere de export van melk(producten).
Deze inhoudelijke toetsing in de vorm van bijwoningen wordt door de dierenartsen van Qlip uitgevoerd. In maart 2015 wordt daarmee gestart. Een medewerker van Qlip neemt vooraf telefonisch contact op voor het maken van een afspraak met de dierenarts indien hij/zij geselecteerd is voor een bijwoning. Na afloop van de bijwoning wordt het resultaat teruggekoppeld aan de dierenarts en Kiwa VERIN. De Geborgde Rundveedierenartsen die door Qlip worden benaderd, worden geacht mee te werken aan de bijwoning. Als er geen medewerking wordt verleend, wordt dat als weigering van de audit gezien en kan dat uiteindelijk leiden tot een schorsing in het register van de Geborgde Rundveedierenarts.
Bij de beoordeling wordt onder andere gekeken of alle diergroepen gezien zijn, of een juist aantal attentiedieren is aangemerkt en juist is gecommuniceerd naar de veehouder. Zie ook het standaard PBB-waarnemingsprotocol, die u kunt vinden onder Beoordelingsprotocol op de SGD-website.
De kosten worden gedurende de pilotfase (maart/april 2015) door de SGD gefinancierd. Deze toetsing is via een normvoorschrift opgenomen in het beoordelingsprotocol van de regeling Geborgde Rundveedierenarts. Als het PBB onvoldoende wordt uitgevoerd kan de Certificerende Instelling (Kiwa VERIN) binnen 3 maanden een nieuwe bijwoning laten uitvoeren op kosten van de betreffende dierenarts.